Opgefrist porselein

Liesbeth den Besten, Trouw, 30-4-2007 



Chinees porselein was ooit razend populair. Nederlanders probeerden het na te maken, maar dat werd geen succes.
Wie kent ze niet, de kaststellen en serviezen van Chinees porselein. Chinees porselein was uiterst verfijnd en de afbeeldingen in blauw toonden exotische scènes. 
Het zogenaamde Chine de commende werd, in opdracht, met Europese motieven beschilderd. Het was zo populair dat het niet aan te slepen was. Daarom werden in Delft en elders kopieën in aardewerk gemaakt (Delfts Blauw), want zelf porselein maken konden wij nog niet. Er waren veel experimenten en ontdekkingen op diverse plekken in Europa voor nodig, voordat begin 18de eeuw Europees porselein op de markt kwam. Nederland volgde pas in de tweede helft van de 18de eeuw, een periode die nooit echt onder de zware schaduw van de Gouden Eeuw is uitgekomen. Het Hollandse 18de-eeuwse porselein, in zijn tijd reuze populair, werd daarom lang gezien als een mager vervolg op het Chinese porselein dat de VOC sinds begin 17de eeuw naar Europa importeerde.
Claire Verkoyen



Moderne varianten op het 18de-eeuws porselein van Claire Verkoyen.



Tijd voor een herwaardering, dacht het Nationaal Keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden. Daar vonden ze een manier om dit verguisde onderwerp nieuw leven in te blazen. Niet alleen brengt het museum met behulp van audiovisuele middelen en fotografie het onderwerp letterlijk dichterbij, ook werd aan hedendaagse vormgevers en kunstenaars gevraagd hun visie op de Hollandse identiteit in porselein te geven.
Claire Verkoyen

De periode waarin Nederland porselein fabriceerde duurde kort, niet meer dan 55 jaar. Geen succesverhaal dus, maar het Hollandse porselein kan ook op een andere manier bekeken worden. Het is namelijk ook het verhaal van ondernemende en nieuwsgierige mensen, die als een soort alchemisten achter het geheim van het ’witte goud’, zoals porselein toen genoemd werd, wilden komen. Rond 1716 was men er in de omgeving van Meissen in geslaagd porselein te vervaardigen op basis van een witte klei die daar gevonden werd, maar het procedé was nog steeds met een grote geheimzinnigheid omgeven – op verraad daarvan stonden strenge lijf- en vrijheidsstraffen. Desondanks werd twee jaar later in Wenen een porseleinfabriek geopend en spoedig volgden anderen. Sèvres en Nymphenburg, bekende fabrieken uit die tijd, bestaan nog steeds. 
Porselein werd in de loop van de 18e eeuw een modeartikel, met elkaar snel opvolgende trends in vormgeving en beschildering, zoals ’bietenrood’, een trend die uit Frankrijk kwam overwaaien. Daarom wordt porselein wel als het eerste moderne product beschouwd dat door gegoede burgers gekocht werd als sierobject. 

 

Claire Verkoyen
Spin op een waterkan van Loosdrechts porselein.



De vier Nederlandse porseleinfabrieken in Weesp (1759-1774), Loosdrecht (1774-1784), Ouder Amstel (1784-1809) en Nieuwer Amstel (1809-1814) volgden elkaar op; bij ieder faillissement werd niet alleen de inboedel en inventaris overgenomen, maar ging ook een deel van de arbeiders mee. De Haagse porseleinfabriek (1776-1790) hield zich alleen bezig met het decoreren van geïmporteerd porselein uit Duitsland en Zuid-Nederland (Doornik/Tournay). 
Porselein is een mengsel van kaolien, veldspaat en kwarts, dat op een zeer hoge temperatuur tot 1400 ºC gebakken moet worden. Het vervaardigen van de kleimassa in de juiste samenstelling was al lastig, daarna volgde het bakken bij hoge temperaturen, de tweede stook met onderglazuur en de derde stook met decoratie. Veel misbaksels waren het gevolg, ze worden nog steeds uit de Loosdrechtse plassen opgedoken. Het ging er uiteindelijk om een dunne, fijne witte scherf te krijgen die op zijn best ook doorschijnend was. 
Bij het glazuren en beschilderen was specialistische chemische kennis noodzakelijk. Het beschilderen van het porselein gebeurde door rondreizende vaklui uit andere landen, naar voorbeeld van schilderijen, tekeningen en prenten en volgens de precieze aanwijzingen van de opdrachtgever. Een typisch Hollands thema is te vinden op een 28-delig servies van Amstelporselein, beschilderd met afbeeldingen die verwijzen naar passages uit een beschrijving van de overwintering van Willem Barentz op Nova Zembla. Vooral dankzij de prachtige decoraties kon het Hollandse porselein zich meten met dat van andere Europese fabrieken – het porselein zelf was over het algemeen wat grover. 
 

Claire Verkoyen
Servies ’Overwintering op Nova Zembla’.



Het hedendaagse publiek kan nu in Leeuwarden op een spannende manier kennismaken met de prachtige decoraties op het porselein – niemand kan zich immers meer voorstellen dat dit met de hand geschilderd werd en niet met plaatjes beplakt, zoals we tegenwoordig doen. In de zaal met het grote historische overzicht wordt wandvullend een film getoond die steeds drie rond draaiende stukken toont, uitgelicht tegen een donkere achtergrond. De serviezen, spoelkommen en kwispedoors met geliefde thema’s als bloemen, insecten en koeien zijn niet groots, maar wie de XL-beelden bekijkt kan er juweeltjes tussen ontdekken. De beelden worden begeleid door muziekcomposities die de Friese zangeres Greetje Bijma speciaal hiervoor schreef.



Tentoonstelling

De tentoonstelling ’Pretty Dutch’ is vormgegeven door Marcel Schmalgemeijer. Ze is ook op internet te bekijken, op de prachtige site: www.hollandsporselein.nl. Daar hoort u ook de muziek van Greetje Bijma. Bovendien zijn de kunststukken driedimensionaal te bewonderen.

De tentoonstelling loopt t/m 28 oktober in Museum Princessehof, Grote Kerkstraat 11, Leeuwarden, di t/m zo 11.00 – 17.00 uur. 

Meer info op: www.princessehof.nl 

Het boek over de tentoonstelling kost euro 38,50 

Hedendaagse interpretatie van de Hollandse identiteit
Het is niet toevallig dat het onderwerp ’porselein’ juist in onze tijd aan een herwaardering lijkt toe te zijn. Het sluit aan bij een trend die gekenmerkt wordt door een hernieuwde belangstelling voor decoratie in interieur, design en kunst: gedecoreerde producten en serviezen met de meest uiteenlopende decoraties zijn overal verkrijgbaar. Het Princessehof vroeg kunstenaars en designers om een 21ste-eeuwse interpretatie van de Hollandse identiteit in porselein te maken. Kon ’Hollands’ in de 18e eeuw nog geïdentificeerd worden met plassende koeien, pluimvee, pijpensleetjes en kraamterrientjes, tegenwoordig kan het van alles zijn. Porselein wordt rustig vervangen door video of aardewerk en aangevuld met textiel, plantjes, glaskralen, chocolade, olieverf of verchroomd messing. Die vrijheid en inventiviteit van Nederlandse kunstenaars is misschien wel representatief voor onze huidige nationale identiteit (althans in kunst en vormgeving). Een aantal vormgevers bleef dichter bij het onderwerp. Esther Derkx ontwierp de Choc-o-plates, waarvan het motief geïnspireerd is door de verliefde paartjes die vaak op historisch porselein staan afgebeeld. Dit zoete motief is afgewerkt met een decoratielaag van chocolade, die afgelikt dient te worden. Claire Verkoyen maakte met behulp van zeefdrukken een perfecte pastiche op onze ongebreidelde decoratielust. Het gedecoreerde bord van Miriam van der Lubbe lijkt historisch, maar tussen de bloemen zijn andere bloemen en guirlandes gerangschikt die bestaan uit schotelantennes, ketchupflessen, USB-sticks, computermuizen en oordopjes.